Okanisi en Marrongemeenschappen dienen petitie in tegen wetsvoorstel grensbepaling Marowijne en Lawa

20-11-2025

Volgens de Okanisi-gemeenschap en andere Marrongemeenschappen, die traditioneel gebruikmaken van de Marowijne- en Lawa-rivieren, houdt het huidige wetsvoorstel onvoldoende rekening met de historisch verworven rechten van tribale en Inheemse gemeenschappen in het grensgebied. Dit bezwaar werd verwoord in een petitie, waarin tevens een formeel verzoek werd gedaan om de behandeling van het wetsvoorstel op te schorten totdat de procedures voor Free, Prior and Informed Consent (FPIC) volledig en conform internationale standaarden zijn doorlopen. Vertegenwoordigers van deze gemeenschappen hebben de petitie overhandigd aan de voorzitter van De Nationale Assemblée (DNA), dr. ir. Michael A. Adhin, in aanwezigheid van meerdere assembleeleden. Dit vond plaats op donderdag 20 november 2025.

DNA-voorzitter Adhin ontving de delegatie en onderstreepte het belang van hun bijdrage.“De Nationale Assemblée hecht grote waarde aan uw inbreng. Uw zorgen zijn gehoord en worden serieus meegenomen in het verdere verloop van dit proces. De punten die u heeft aangedragen zijn valide. Het zou onrecht doen aan de betrokken gemeenschappen als er een wet wordt aangenomen terwijl uw stem niet daadwerkelijk wordt meegenomen. Wij zullen ervoor zorgen dat de commissie hier zorgvuldig naar kijkt.” Aldus de voorzitter. Verder benadrukte hij ook dat DNA als volksvertegenwoordiging de taak heeft om alle belangen zorgvuldig af te wegen en de rechtspositie van alle bevolkingsgroepen te beschermen, in het bijzonder wanneer het gaat om traditionele leefgebieden en bestaanszekerheid.

De petitie verwijst naar nationale en internationale rechtsinstrumenten die de rechten van Inheemse en tribale volken waarborgen, waaronder artikel 41 van de Grondwet, het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (IVBPR), het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten (IVESCR), het Verdrag inzake de Uitbanning van Alle Vormen van Rassendiscriminatie (CERD), en de Verenigde Naties-Verklaring inzake de Rechten van Inheemse Volkeren (UNDRIP). De indieners benadrukken dat de Marowijne- en Lawa-rivieren geen scheidslijn vormen, maar een geïntegreerd leefgebied dat generaties lang vrij en onafgebroken werd gebruikt voor vervoer, handel, culturele uitwisseling en voedselvoorziening. Zij stellen dat het huidige wetsvoorstel onvoldoende bescherming biedt en geen rekening houdt met de bestaande jurisprudentie van het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens betreffende collectieve landrechten.

In hun verzoekschrift vragen zij onder andere:

  • Opschorting van de behandeling van het wetsvoorstel;
  • Wettelijke erkenning van het vrij gebruik van vaarroutes, visserijrechten, toegang tot voorouderlijke gebieden en culturele mobiliteit;
  • Juridische waarborgen tegen toekomstige beperkingen;
  • Bescherming tegen inmenging door buitenlandse veiligheidsdiensten;
  • Instelling van een onafhankelijk monitorings- en klachtenorgaan.

Commissievoorzitter van rapporteurs drs. Rabindre Parmessar, richtte zich eveneens tot de delegatie en benadrukte dat alle aangedragen inzichten zorgvuldig zullen worden meegenomen in de verdere behandeling van het wetsvoorstel. “Wij erkennen de waarde van de informatie die u heeft aangedragen. De door u geschetste historische en culturele realiteiten vormen een essentieel onderdeel van de besluitvorming. Wij zullen uw inzichten meenemen in de verdere behandeling van dit wetsvoorstel.” Parmessar gaf tot slot aan dat de commissie met de grootst mogelijke zorgvuldigheid zal kijken naar de vraag in hoeverre de door de gemeenschappen gewenste wettelijke waarborgen kunnen worden geïntegreerd in het uiteindelijke ontwerp van de grenswet.