Wet Uitvoering Burgerlijke Uitzonderingstoestand (S.B. 2020 no. 151) en ter afwijking van artikel 21 lid 2 van de Bankwet 1956
Wet van 30 september 2020, houdende regels ter uitvoering van artikel 8 lid 5 van de Wet Uitvoering Burgerlijke Uitzonderingstoestand (S.B. 2020 no. 151) en ter afwijking van artikel 21 lid 2 van de Bankwet 1956
Onderwerp
Financieel-economisch Gepubliceerd
1 oktober 2020 Staatsblad
2020 no. 184 PDF
Wet Uitvoering Burgerlijke Uitzonderingstoestand (S.B. 2020 no. 151) en ter afwijking van artikel 21 lid 2 van de Bankwet 1956
<< Terug naar overzicht
Datum van indiening: 16 september 2020
Soort ontwerpwet: Initiatiefwet (ingediend door A. Gajadien en M. Soemar-Huur)
Commissie van rapporteurs: M. Jogi (Vz), R. Parmessar, G. Rusland, Mw. J. Vreedzaam, E. Karto, R. Asabina, C. Wang
Toehoorders: V. Ramsukul, C. Dijksteel, S. Mingoen-Karijomenawi, H. Ramdien
Doel van de wet: om in het kader van de financiering van de aanpak en bestrijding van de gevolgen van COVID-19 virus pandemie, uitvoering te geven aan het bepaalde in artikel 8 lid 5 van de Wet Uitvoering Burgerlijke Uitzonderingstoestand (S.B. 2020 no. 151) en om af te wijken van artikel 21 lid 2 van de Bankwet 1956
Preadvies: link preadvies