Wet Hazardspelen 1962
WET van 27 juli 1962 houdende bepalingen betreffende het exploiteren van hazardspelen
Onderwerp
Loterij Gepubliceerd
27/07/1962 Staatsblad
G.B. 1962 no. 114 PDF
Wet Hazardspelen 1962
<< Terug naar overzicht
WET van 27 juli 1962 houdende bepalingen betreffende het exploiteren van hazardspelen (G.B. 1962 no. 114).
Artikel 1
De President is bevoegd, onder door hem te stellen voorwaarden en waarborgen, vergunning te verlenen tot het exploiteren van hazardspelen in daartoe met namen aan te wijzen in speciaal daarvoor ingerichte hotels.
Toegang tot de lokaliteiten, waarin hazardspelen worden uitgeoefend, wordt slechts verleend aan personen, die in het bezit zijn van een door of namens het plaatselijk hoofd van politie afgegeven toegangsbewijs.
Dit toegangsbewijs kan worden verleend:
a. aan niet-ingezetenen van Suriname;
b. aan ingezetenen van Suriname, die in het gezelschap van niet-ingezetenen bedoelde lokaliteiten wensen te bezoeken en daartoe, onder opgave van de namen van de door hem te begeleiden niet-ingezetenen, het verzoek hebben gedaan.
Artikel 2
De in artikel 1 bedoelde vergunning is persoonlijk en niet voor overdracht vatbaar.
Artikel 3
De President is te allen tijde bevoegd de vergunning vervallen te verklaren, indien naar zijn mening de gestelde voorwaarden niet worden nagekomen.
Artikel 4
Het eerste lid van artikel 314 van het Wetboek van Strafrecht wordt gelezen als volgt:
Met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van ten hoogste zesduizend gulden wordt gestraft, hij die anders dan krachtens vergunning ingevolge artikel 1 van de Wet Hazardspelen:
1o. het opzettelijk aanbieden of geven van gelegenheid tot hazardspel als bedrijf uitoefent of opzettelijk in een onderneming daartoe deelneemt;
2o. opzettelijk het publiek gelegenheid tot hazardspel aanbiedt of geeft op opzettelijk in een onderneming daartoe deelneemt, onverschillig of het gebruik maken van die gelegenheid al dan niet van enige voorwaarde of van de inachtneming van enige vorm afhankelijk is gesteld;
3o. het deelnemen aan hazardspel als bedrijf uitoefent".
Artikel 5
Artikel 539 van het Wetboek van Strafrecht wordt gelezen als volgt:
Artikel 539
Met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van ten hoogste duizend gulden wordt gestraft:
1o hij die zijn tussenkomst verleent bij het aanbieden of gelegen geven tot hazardspel, waarvoor geen vergunning bedoeld in artikel 313 is verleend;
2o hij die voorwerpen of stoffen in zijn bezit heeft, die klaarblijkelijk bestemd zijn of geweest zijn, al dan niet na enige bewerking, tot het plegen van enige overtreding van de artikelen 313 en 538 en van dit artikel sub 1o.
Indien tijdens het plegen van enige overtreding als in dit artikel bedoeld, nog geen twee jaren zijn verlopen sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens een dezer overtreding onherroepelijk is geworden kunnen de straffen worden verdubbeld".
Artikel 6
De inkomstenbelasting van natuurlijke personen en van lichamen aan wie positieve of negatieve opbrengsten opkomen uit het hazardspelbedrijf wordt, voor zoveel nodig in afwijking van de overigens voor de heffing van inkomstenbelasting geldende voorschriften, geheven met inachtneming van het bij of krachtens deze wet bepaalde.
Artikel 7
De inkomstenbelasting van opbrengsten uit het hazardspelbedrijf wordt zowel van natuurlijke personen als van lichamen geheven naar een tarief van 50%.
Artikel 8
De inkomstenbelasting van natuurlijke personen en van lichamen aan wie, naast positieve of negatieve opbrengsten uit het hazardspelbedrijf, andere positieve of negatieve inkomens- of winstbestanddelen opkomen wordt gesteld op de som van:
a. de inkomstenbelasting welke geheven zou zijn, indien geen opbrengsten uit het hazardspelbedrijf aan de belastingplichtige zouden zijn opgekomen;
b. de inkomstenbelasting welke geheven zou zijn, indien geen andere inkomens- of winstbestanddelen dan opbrengsten uit het hazardspelbedrijf aan de belastingplichtige zouden zijn opgekomen.
Artikel 9
Bij staatsbesluit kunnen andere regelen worden vastgesteld ter uitvoering van de artikelen 1, 7, 8 en 9 met betrekking tot de te voeren administratie, de in te dienen aangiften, de toerekening van opbrengsten en kosten, en de vaststelling van bestanddelen van het belastbare inkomen of van de winst.
Artikel 10-1
Deze wet kan worden aangehaald als "Wet Hazardspelen 1962".
Zij treedt in werking met ingang van een door de President vast te stellen tijdstip.
1 I.w.t. 28 juli 1962 (G.B. 1962 no. 115).